Dood door schuld, doodslag en moord; levensdelicten worden beschouwd als de meest ernstige delicten binnen het strafrecht. Bij elk van deze delicten gaat het immers om een persoon die het leven heeft gelaten. Het maakt voor de vraag of tot een veroordeling kan worden gekomen en welke straf wordt opgelegd nog al wat uit of er sprake is van dood door schuld, doodslag of moord. Daarom is het van belang om de verschillen tussen deze delicten uiteen te zetten.
Dood door schuld
Er is sprake van dood door schuld als door handelen of nalaten een ander komt te overlijden. Met schuld wordt hier een verwijtbare gedraging bedoeld. Er is geen opzet in het spel om een ander van het leven te beroven, maar de dood is wel aan de verdachte te wijten. Roekeloosheid en onoplettendheid zijn voorbeelden van schuld. De maximale strafbedreiging op dood door schuld is een gevangenisstraf van 2 jaar.
Doodslag
Doodslag is het opzettelijk beroven van het leven van een ander. Er is sprake van opzet als de verdachte wist of had moeten weten dat zijn gedraging iemands dood zou kunnen veroorzaken.
De maximumstraf voor doodslag bedraagt 15 jaar. Daarnaast bestaat er ook nog ‘gekwalificeerde doodslag’. Hiervan is sprake wanneer de verdachte voorafgaand, tijdens of na het plegen van een ander strafbaar feit doodslag heeft gepleegd om de uitvoering van dat andere strafbare feit voor te bereiden, te vergemakkelijken of om de kans op betrapping te verkleinen. Dit wordt strenger bestraft dan de reguliere doodslag, namelijk met een maximumstraf van 30 jaar.
Moord
Moord is doodslag maar dan met voorbedachte rade. Met voorbedachte rade wordt bedoeld dat er voorafgaand aan de uitvoering sprake is geweest van een kalm overleg en bedaard nadenken. Van belang is dat de verdachte de tijd en gelegenheid heeft gehad om na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn daad. Indien iemand daadwerkelijk een plan heeft om een ander van het leven te beroven en dit vervolgens ook doet, is er sprake van moord. Voorbedachte rade blijkt in de praktijk moeilijk te bewijzen. Met name doordat de Hoge Raad in 2012 strengere eisen heeft gesteld aan bewijs voor voorbedachte rade. Moord kent de hoogste maximumstraf; levenslang. Echter, er kan ook een tijdelijke gevangenisstraf van maximaal 30 jaar worden opgelegd.
Voor al deze levensdelicten geldt dat – in tegenstelling tot veel andere delicten – er geen richtlijnen voor het Openbaar Ministerie of oriëntatiepunten bestaan voor de rechter als het gaat om het opleggen van de straf. Deze delicten vergen maatwerk en zijn zeer afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval. Tevens is het verschil in strafmaat tussen moord en doodslag aanzienlijk groot, zo stelt ook de topman van het Openbaar Ministerie. Hij is van mening dat dit verschil verkleint dient te worden aangezien moord minder makkelijk bewezen wordt verklaard dan doodslag. Hij pleit dan ook voor een verhoging van de strafmaxima voor doodslag van 15 naar 20 jaar. Naar aanleiding van de zaak Hümeyra waar de voorbedachte rade niet bewezen kon worden, pleitte de rechtbank Rotterdam ook voor ophoging van de maximale gevangenisstraf bij doodslag. De tijd zal het leren of dit daadwerkelijk zal gaan gebeuren.
Met al uw juridische vragen bent u van harte welkom op het gratis spreekuur van Stichting Wetswinkel Twente. Iedere donderdagavond van 19:45 uur – 21:00 uur staan wij voor u klaar in Wijkcentrum ‘de Schöppe’ aan de Clematisstraat 2 te Almelo en in wijkcentrum ‘de Magneet’ aan de Hertmebrink 1 te Enschede. Wij stellen binnen 10 dagen een uitgebreid advies voor u op.
NB. Let op! Wij zijn tijdelijk gesloten in verband met het coronavirus. We hopen u zo snel mogelijk weer te kunnen helpen. Houd onze website en Facebookpagina in de gaten voor de meest actuele informatie.
Naomi Burer
Medewerkster Stichting Wetswinkel Twente – locatie Almelo